
Wet op het LSOP en het politieonderwijs
Artikel 3
1
Het LSOP heeft tot taak:
a
het ondersteunen van de landelijke werving en het uitvoeren van de selectie van de studenten voor de initiële opleidingen;
b
het ontwikkelen en het verzorgen van de initiële opleidingen;
c
het ontwikkelen en het verzorgen van de postinitiële opleidingen;
d
het examineren van de studenten die de initiële en postinitiële opleidingen hebben gevolgd;
e
het overdragen van kennis aan de Nederlandse politie en het bijdragen aan de ontwikkeling van de uitoefening van de politietaak waarop het onderwijs is gericht, onder meer door het verrichten van onderzoek, en
f
het ontwikkelen of het verzorgen van andere dan de in het eerste lid, onderdelen b en c, bedoelde opleidingen van een door Onze Minister of Onze Minister van Justitie na overleg met Onze andere Minister aan te wijzen categorie van personen.
2
Het LSOP kan andere werkzaamheden uitvoeren, dan die welke rechtstreeks voortvloeien uit de in het eerste lid bedoelde taken, mits die werkzaamheden:
a
samenhangen met de in het eerste lid bedoelde taken;
b
niet leiden tot concurrentievervalsing ten opzichte van private aanbieders van vergelijkbare diensten, en
c
tegen ten minste kostendekkende prijzen worden verricht.
3
Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels over de uit te voeren andere werkzaamheden, bedoeld in het tweede lid, gesteld.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.